Ja, valsch en bedrieglijk, met doornen bezwaard,
Met neevlen omsluierd, is ‘t leven op aard:
Toch weet ik een hoekjen, dat Eden beschaamt,
Door de Englen HET LAND VAN DE LIEFDE genaamd.
Woedt elders de bliksem in blaakrenden gloed,
Versterft ieder bloemtjen in tranen en bloed,
Hier drijven de stormen verschoonend voorbij:
In ‘t LAND VAN DE EEUWIGE LIEFDE is het eeuwige Mei!
Het pad dat er heenleidt, is needrig en smal;
In rozen verborgen, geleidt het naar ‘t dal:
Geen macht en geen kracht en geen goud voert er heen;
‘t Geloovige hart is de leidsman alleen!
In ‘t LAND VAN DE LIEFDE zijn allen gelijk:
Daar kent men geen stand en geen arm en geen rijk;
En ieder bezit er dien eenigen schat,
Die niet, als al ‘t aardsche, in een schuimbel verspat!
Wat ijl ik niet vaak naar dat vriendelijk oord,
Als veel mij ontvalt dat mij eens heeft bekoord!
Steeds keer ik terug in dit leven van smart,
De vreugde in het oog en de vrede in het hart!
(Jan Jakob Lodewijk ten Kate)
More Poetry from Jan Jakob Lodewijk ten Kate:
- Het Ontwaken (Jan Jakob Lodewijk ten Kate Poems)
- De Vier Winden (Jan Jakob Lodewijk ten Kate Poems)
- De Prairien (Jan Jakob Lodewijk ten Kate Poems)
- L'Allegro (Jan Jakob Lodewijk ten Kate Poems)
- Edward En Emma (Jan Jakob Lodewijk ten Kate Poems)
- Des Zangers Vloek (Jan Jakob Lodewijk ten Kate Poems)