Het belken klept de kerstenrij
Uit held’re verten naderbij….
Aan ‘t altaar is ‘t zoo vroom en stil
Bij ‘t kindeke en de vrouwe zoet;
En ‘t kleen bescheiden keerske brandt
Zijn wond’ren, zacht-zachtblauwen gloed….
Aan ‘t altaar heerscht zoo hooge rust
Die ‘s werelds wee al overwaakt
En staeg de wonde voeten kust
Van Christus, nederig en naakt.
Daar ruischt een volte in de poort
Die aan Maria’s ruste stoort….
Een weelderige kleurenvloed
Golft door Gods heilig bruidsvertrek
En purper en sameet beschaamt
Het kindeke in zijn poover dek.
‘t Is of het kleine keersken bangt,
Van schitteringen overblaakt,
Of armer aan het kruishout hangt
De Christus, nederig en naakt.
Gaat zoo de ootmoedigheid ten zoen
Om donk’re zonden af te doen?
Zoekt zoo de ziel de ijle sfeer
Der godd’lijkheden, overberst
Van pronkselen en wereldpraal
Die loodzwaar op de vlerken perst?
Hij zwerft wel ver van ‘t vrome land
Die goudzwaar ter ontferming naakt!
Hoe luttel weegt de lendenband
Van Christus, nederig en naakt!…
(Margot Vos)
More Poetry from Margot Vos:
- Stromliederen (Margot Vos Poems)
- Het Is Mei (Margot Vos Poems)
- Grauw Weder (Margot Vos Poems)
- Avondzwijgen (Margot Vos Poems)
- De Maaiers (Margot Vos Poems)
- Wat Lok Je (Margot Vos Poems)